Kind en ziekenhuis - retrospectief

Met dit dokument heeft de kunstenaar een "statement" willen zetten voor alle "lotgenoten" van destijds.
"Als kind werden we onvoldoende voorbereid op het moeten ondergaan van chirurgische ingrepen en een langdurig verblijf in het ziekenhuis, verwijderd uit de jou zo vertrouwde en veilige omgeving, waarin een kind normaal opgroeit. Opgedane negatieve ervaringen, die je niet goed kunt verwerken, blijven onbewust sluimeren en ontwikkelen mogelijk op latere leeftijd het Posttraumatisch Stress Syndroom. Gelukkig bestaat er tegenwoordig meer kennis en ervaring in het zo goed mogelijk begeleiden van kinderen tijdens hun verblijf in het ziekenhuis".

Voor die "lotgenoten" van destijds, wil ik een aantal herinneringen met hen delen in een retrospectief dat ik hier heb samengesteld:

Nu, terugschouwend op die tijd , dringen zich een aantal ervaringen aan mij op en ontwaar de wereld van het kind dat ik eens was. Hoewel ik het eerste aardse licht met twee ogen aanschouwd moet hebben, moest ik tengevolge van een infectie een oog gaan missen. Om dit alsnog te redden volgde operatie op operatie. Echter ter vergeefs. "Speldenprikjes", die normaal het bewustzijn wakker schudden, werden in mijn geval naaldprikken voor injecties.
Als 't niet op de gewone manier gaat, dan maar zo!

Een aantal belevenissen zijn diep in het geheugen gegrift :

Wij fietsen de stad uit. Ik bij moeder achterop. Hou haar jas stevig vast. Waarom moest mijn pyama nou zo nodig mee in de tas aan vader's stuur ? We zouden toch gewoon een eindje gaan fietsen? Paniek slaat mij om 't hart als ik TOCH achter de voorbijglijdende bomen de Karakteristieke torentjes op het dak van het ziekenhuis tevoorschijn zie komen. Oh jee... moet ik daar nu alweer naar toe? Dus daarom namen ze deze keer een andere route. Ja, ja , zo mij willen misleiden. Ik heb 't wel door hoor.

Ineens lig ik weer in dat vreemde bed met van die hoge ijzeren spijlen. Net 'n kooi.
Moeder is verwisseld voor in het zwart geklede nonnen, die fel afstekende metalen Christus-kruisjes op hun borst en kralensnoeren tussen hun ruisende gewaden dragen. Als schaduwen bewegen zij zich voort door de grote zalen en lange gangen. Nu zorgen zij voor mij. Maar liefdevolle blikken ontbreken. Met een grote kap om het hoofd staren zij mij aan, slechts het wit van de zaal weerspiegelt in hun ronde brillenglazen .Alles in het ziekenhuis verloopt volgens een vast patroon. Eten,drinken,wassen en slapengaan. Tijdens een van de maaltijden herinner ik mij nog het volgende: Een non komt op mij af en brengt een glazen schaaltje gele vla als het toetje na de maaltijd. Verheugd pak ik het aan en kijk gefascineerd toe als op dat moment het invallend zonlicht door de hoge vensters de vla doet oplichten en de snel voortglijdende wolkjes het keer op keer doen afdonkeren.

Allerlei proeven en onderzoeken worden gedaan om te zien of het falende oog nog lichtschijnsels kan waarnemen. Dit gebeurt in donkere kamers waar allerlei geheimzinnige toestellen en apparaten staan. Je wordt van hot naar her gesleept. Je voelt je als 't ware net een proefkonijn.

Ik lig in dat bed. Telefoongerinkel op de gang. Hoor vaag mijn naam zeggen. Dan komen zij mij halen. Ik wordt gedesinfecteerd in een bad. Krijg witte kleding en sokken aan en word voor ik het goed en wel besef, de operatie-kamer binnengereden.
Het grote raam dat bijna een hele wand beslaat, ziet op niets uit, omdat het geheel uit matglas bestaat. Met lederen riemen bindt men mij vast op de behandeltafel.
Doktoren, die eerst zo 'aardig' deden, zien er nu heel anders uit. Gekleed in witte gekreukte jasschorten, met monddoeken om en hoofdmutsen op , lijken zij op vreemde grote insecten, die om je heen dansen. 't Meest griezelige zijn hun weerspiegelende brillen en rubberen handschoenen.
Even zie ik mijzelf , weerspiegeld in de grote lamp waar ik nu onderlig. Dan springt het felle licht aan en verblindt alles. Een helse pijn van licht.
Handen omklemmen mijn hoofd , belemmeren het wegdraaien als de penetrante geur van ether mijn neus bereikt. Mijn hart bonst in mijn keel. Ik zie grote handen op mij afkomen.. de prikspuit.. ik baad in het zweet. Rode, gele en oranje cirkels dansen door alles heen.
Ik gil het uit van pijn en AAAUUWWW wordt MAMMAAAAHHH....
De riemen verhinderen het in elkaar krimpen.
Een grote lap met een rond gat wordt over mijn hoofd gelegd. Ik zie nog net een donkere kap naderen, die op mijn mond en neus wordt gezet. Zij zeggen dat ik tot tien moet tellen.
Krijg het tot stikken toe benauwd. Alle kleuren worden donkerder, naar purper, violet en blauw .. tot in 't zwart. Alsof het licht uitgaat. 't Lijkt wel een draaikolk, waarin ik word weggezogen. Ik denk nog .. Ik ga dood . . .
Dan ben ik weg - gemaakt.

Tijdens een narcose maak je rare, niet te plaatsen toestanden mee. In dit Grote Niets gebeurt er toch blijkbaar een en ander, waarvan je je achteraf vaag iets herinnert.

Als een lucifer aangestreken, zo ben ik aangegaan.
Ik vertoef nabij de zon. De gloeiend hete zinderende vuurbol in het donkere heelal.
Dan word ik teruggezogen. Met grote snelheid nader ik de aarde. Ik zie een lange gang met heel veel deuren. Paniek. Die snelheid. Welke is de juiste deur die ik moet hebben?
Geen tijd om na te denken. Ik doe de greep. Het blijkt de juiste. Daar lig ik in bed.
Ik ben weer terug. Uit de narcose.
Ik zie de vaas met bloemen naast mij staan op het nachtkastje, speelbeer naast mijn kussen en de ansichtkaarten op het prikbord. Plotseling, een misselijkmakend gevoel en moet braken. Slechts slijmerige lange draden glijden in het metalen spuugbakje.
Voorzichtig wentel ik mijn hoofd terug in het kussen. Het zit helemaal in verband.
Ik voel mij ietsje beter. Rek mij uit en voel nu pas de striemen in armen en benen van het vastgebonden zijn geweest.
Dankbaar dat ik er weer ben, verkneukel ik mij.
Wanneer zou ik weer naar huis toe mogen, naar vader, moeder en mijn broertjes en weer
met de poes knuffelen?
Weg uit het ziekenhuis, buiten zijn en ruiken, de wind voelen en 't prikken van de zon op je huid. Of nat worden van de regen en door plassen stappen. Weer te spelen met vriendjes.
Op school in de klas , de juf zien die zo'n mooie mond heeft en de welvingen van haar strakke truitje.
Ik begin te doezelen, zie afwisselende beelden van de natuur als 'n film aan mij voorbijglijden. Alles is vredig en harmonieus. Dan val ik tevreden en vermoeid in slaap.

Iedere morgen werden we wreed uit de slaap verstoord door het lawaai van rammelende waskommen. Op ieders nachtkastje werden er twee geplaatst. Een gevuld met lauw water voor het inzepen en een kom koud water voor de naspoeling. Zo werden we in bed gewassen.
't Klotsen van het water gaf zo'n speciaal geluid.
Als wij niet meer bed hoefden te houden, werden we gekleed in blauwe overalls, zowel jongens als meisjes. We speelden in de kinderkamer. Om de week werden we 'ontluisd'.
Op een bepaald uur op zondagmiddag mochten wij op de vrouwen-afdeling komen luisteren naar gewijde muziek Je keek uit naar het weekend , want de meesten van ons kwamen van buiten de stad. Meestal kwam dan een van onze ouders. Ik hoopte dan dat mijn broertje of vriendje meekwam. Iedere dag keek je uit naar de post die de zuster rondbracht of er misschien ook voor jou een ansichtkaart bij zat.
Heel verrassend, op een doordeweekse dag kwam de meester van de zondagsschool, helemaal van ver op de motorfiets.
Een alleraardigste man met een warme stem. Voor hij weer huiswaarts keerde, besloten we met een gebed. Ik moest maar gauw beter worden, vond hij en we vroegen het aan de Heer.
En dan die keer dat Moeder onverwachts verscheen. Er werd geknuffeld. Het kadootje uitgepakt. Je hoopte dat dat uur heel lang zou duren. Maar helaas, daar klinkt de bel. Het bezoekuur is afgelopen. Ze moet gaan. We kunnen elkaar haast niet loslaten.
Van achter het hoge venster sta ik haar uit te zwaaien. Ik zie haar steeds kleiner worden als ze de lange straat uitloopt, zich alsmaar omdraaiend om te zwaaien. Op de hoek aangekomen nog een laatste groet. Dan is ze weg. Onbarmhartig slaat de verlatenheid toe en ik kan de tranen niet bedwingen.
Ik herinner mij de aangename buitenlucht die bezoekers om zich heen droegen. Wij leefden in een met lysol doordrongen steriele atmosfeer.
En dan de dag waarop je werd verteld dat je naar huis toe mocht. Je kon dan haast niet meer wachten tot dat moment daar was. Dat vader of moeder je kwam halen, Je dan jouw eigen kleding weer mocht aantrekken in plaats van die 'gevangeniskleren'.
Als je na zo'n lang verblijf in grote zalen en gangen weer thuiskwam, vond ik alles er zo klein. Je moest weer even wennen. De eerste dag thuis was echt een feestdag. Vrienden, Ooms en Tantes kwamen langs en even was je volop in de belangstelling.
Eindelijk weer thuis met jouw eigen dingen om je heen. Die avond mag ik wat later naar bed. Jouw eigen bed... oh dat was soms vreemd te ervaren.
Eindelijk, alle spanning is geweken." 't Is allemaal weer achter de rug..." zegt Moeder en stopt mij lekker in en een knuffelzoen toe.
Ze knipt het lampje uit . Ik ben weer thuis. - de veilige veste-
Verlost van alles en volkomen weltevreden glijd ik samen met speelbeer in een welverdiende slaap.

Ik kom uit m'n mijmering. Ik moet toen zes of zeven jaar oud zijn geweest.
Jarenlang werd ik 's nachts in dromen achtervolgd door chirurg-demonen, beelden nalatend nog erger dan in werkelijkheid . Ook dat droeg bij tot mijn ziekenhuis-trauma.
Ongeveer rond mijn 19e jaar begon ik deze beelden van mij "af te tekenen" en later te verwerken in schilderijen.
Met het ouder worden zijn dergelijke spookbeelden en nachtmerries gelukkig langzaamaan verdwenen.


NABESCHOUWING
Ik zie niet om in wrok van datgene wat mij destijds is overkomen. Dankbaar dat het goede oog destijds niet werd aangetast, ben ik mij ervan bewust hoe mooi het is als je de wereld van licht kunt visualiseren, invangen tussen de vier hoeken van een tekening of schilderij. Of zomaar zondermeer, rond kunt kijken, genieten, opzuigen uit de wereld rondom en in ons. Wakker worden. Pogen te begrijpen. Waarom ALLES IS ! Waarom alles gaan moet zoals het gebeurt...Een man en een vrouw komen samen...DNA (Informatie uit een ver ons onbekend verleden) vloeit samen, rijgt zich aaneen en je gaat ontstaan. 'n Fysiologisch proces, dat zich geheel buiten ons bewustzijn om voltrekt en nog altijd voortduurt...Je wordt geboren, benaamd en geregistreerd. Word ingebed in de patronen van de leefomgeving, ingewikkeld in de structuren van de heersende cultuur , je groeit op, je ontwikkelt het bewustzijn om op latere leeftijd, ouder en rijper geworden, achter alle gebeurtenissen nog weer meerdere samenhangen en achterliggende dimensies te ontdekken. Steeds weer wijkt de horizon van je blikveld tot begrip van je wereld. Altijd is er de dualiteit die zich aan je opdringt. Subject en object wisselen elkaar af. Stellige zekerheid heb ik nooit en tast omtrent de werkelijkheid in het duister. Hoe kan het ook anders. Wij zijn als eendagsvliegen, vermalen door de druk van ruimte en tijd in dit immense multiversum.

Onafgebroken rollen golven van gebeurtenissen aan op het strand van mijn levensland.
Terwijl ik die met aandacht gadesla, voel ik hoe mijn voeten zich, door het terugvloeiend water , in het zand vastzuigen. Ik neig om te vallen als ik mijn blik gericht houd op die twee elkaar betwistende stromen, welke ombeurten even een vaste vorm lijken aan te nemen.
--- Alleen een waaier van wit schuim ontstijgt daaraan en lost op in een fluïdum van mystiek, dat zich afzet in de diepere lagen van het onderbewustzijn. ---

Soms, wel eens jaren later, in een droom of een helder moment van inzicht, geeft zij haar geheim prijs.
Het extract, de essentie van een gebeurtenis.
printvriendelijke versie